- Interesses
- Pantservoertuigen, vnl. WOII t/m Golfoorlog
- Schalen
- 1:35
- 1:72
- Nu bezig met
- 1:35 M29C Weasel en Landing Craft, Assault
Een paar maanden geleden ben ik begonnen aan de resin Weasel van LZ Models:

Ik heb deze een aantal jaar geleden overgenomen van iemand hier op het forum, die er de uitgeprinte instructies bijgevoegd had — deze staan op een 8 cm CD-ROM die bij het model zit en zijn ook te downloaden van de website van de fabrikant. Helaas zijn het amper instructies maar meer een uitgebreid bouwverslag, zodat je zonder verdere documentatie vaak een beetje in het donker tast over wat nu precies de bedoeling is. In Military Modelling volume 41 nrs. 14 en 15 (november en december 2011) staan ook artikels over de bouw van dit model, door dezelfde persoon die verantwoordelijk is voor de instructies, en dat helpt wel wat omdat er meer uitleg instaat.
Ik begon met de bovenbouw, die bestaat uit de wanden en een losse bodemplaat, die helaas wat aan de lange kant is:

Door goed naar de details aan de binnenkant te kijken bleek dat hij aan de achterkant ingekort moest worden zodat hij wel past. Met wat meer onderdelen erin heb je dan al gauw iets dat ergens op gaat lijken:

Dan door met de onderkant. In de instructies is de bouwvolgorde om de onderkant van de romp aan de bovenkant te lijmen en dan het loopwerk eraan te bevestigen, maar wordt ook vermeld dat „some guys” (de tekst is een ander punt waarop ze net wat tekortschieten, zo te zien omdat Engels een tweede taal is voor de schrijver) het handiger bleken te vinden om eerst het loopwerk aan de onderkant van de romp te bouwen en dan pas de twee rompdelen aan elkaar te lijmen. Kijkend naar de onderdelen en wat nodig is, leek mij dat ook de betere volgorde, want dan kun je tenminste overal bij aan dat loopwerk. Ik ben dus verdergegaan met de wielen, die lekker groot zijn:

En je hebt er ook maar 32 van nodig, 16 van dit type en 16 van een ander … Maar daarmee zijn we er nog niet, want je mag ook de vering aan de romp lijmen:

Vier halve bladveren aan elke kant, met een geëtste beschermbeugel eroverheen en een klein resin dopje aan boven- en onderkant van elk van die stukjes etswerk. Bedenk hierbij dat dit stuk romp ongeveer dezelfde lengte heeft als een Willys Jeep. Ik heb de romp met wat plastic op de juiste hoogte op een glasplaat gelegd, Blu-Tack aan de andere kant om hem op z’n plek te houden en dan één voor één de veren eringelijmd. Na droging de andere kant, zodat alle acht netjes uitgelijnd zijn met behulp van de glasplaat.
De gietkwaliteit valt me wel een beetje tegen, moet ik zeggen. Veel overtollig resin:

Dat is nog te doen, maar ook fragiele delen die niet volledig gegoten zijn, zoals één van de helften van de spanwielen:

Ik heb dat opgelost door het op dunne plastic plaat te lijmen en na droging de gaten uit te boren en -snijden, waarna het wiel toch bruikbaar was.
Daarna heb ik de wielstellen gebouwd, die bestaan elk uit één middenstuk waar vier asjes aangegoten zijn, en op elk asje moeten twee wieltjes. Daarna moet er aan elk van de bladveren één zo’n wielstel gezet worden, en een soort spoorstang erboven zodat het hele spul verticaal blijft staan — de bladveer doet ook dienst als onderste veerarm. Of in het echt:

Dit is de Weasel die in het Bevrijdingsmuseum in Nieuwdorp staat. Ik wist niet dat ze er daar eentje hebben, maar was er net toen ik met de wielophanging van het model aan het worstelen was, en was dus blij verrast om hem te zien. Net toen ik op zoek wilde gaan naar iemand om aan te vragen of ik de zijschermen omhoog mocht doen om de wielen te fotograferen kwam toevallig museumvoorzitter Kees Traas langslopen, die me gelijk meenam naar de werkplaats om gereedschap te pakken om de splitpennen en dergelijke eruit te tikken
Ik heb dus gelijk een hele serie foto’s van het voertuig genomen om te helpen bij de bouw van het model.
Om de wielstellen uitgelijnd te krijgen heb ik wederom de romp op de glasplaat gezet, maar nu met Blu-Tack er gelijk onder in plaats van plastic. Daarna één voor één de wielstellen zonder lijm onder de bladveren geschoven, uitgelijnd met een liniaal en een stuk boetseergereedschap met een vierkante schacht, en dan lijm aangebracht:

Op dit punt zat ik me heel erg af te vragen hoe sterk dit allemaal ging zijn. De stangetjes die erboven moeten komen lijken me heel erg zwak, en hopelijk wordt het spul dus vooral bij elkaar gehouden door de rupsband die er later omheen komt. Nog eens goed kijkend naar m’n foto’s van het museumvoertuig, realiseerde ik me echter dat voor een M29C dit allemaal totaal niet van belang is want het zit helemaal uit het zicht, dus ik heb gewoon plastic verstevigingen gebouwd:

Dat gaat alleen als je een M29C bouwt, geen standaard M29 (zonder de extra drijflichamen) want die laatste had de schermen over de wielen niet.

Ik heb deze een aantal jaar geleden overgenomen van iemand hier op het forum, die er de uitgeprinte instructies bijgevoegd had — deze staan op een 8 cm CD-ROM die bij het model zit en zijn ook te downloaden van de website van de fabrikant. Helaas zijn het amper instructies maar meer een uitgebreid bouwverslag, zodat je zonder verdere documentatie vaak een beetje in het donker tast over wat nu precies de bedoeling is. In Military Modelling volume 41 nrs. 14 en 15 (november en december 2011) staan ook artikels over de bouw van dit model, door dezelfde persoon die verantwoordelijk is voor de instructies, en dat helpt wel wat omdat er meer uitleg instaat.
Ik begon met de bovenbouw, die bestaat uit de wanden en een losse bodemplaat, die helaas wat aan de lange kant is:

Door goed naar de details aan de binnenkant te kijken bleek dat hij aan de achterkant ingekort moest worden zodat hij wel past. Met wat meer onderdelen erin heb je dan al gauw iets dat ergens op gaat lijken:

Dan door met de onderkant. In de instructies is de bouwvolgorde om de onderkant van de romp aan de bovenkant te lijmen en dan het loopwerk eraan te bevestigen, maar wordt ook vermeld dat „some guys” (de tekst is een ander punt waarop ze net wat tekortschieten, zo te zien omdat Engels een tweede taal is voor de schrijver) het handiger bleken te vinden om eerst het loopwerk aan de onderkant van de romp te bouwen en dan pas de twee rompdelen aan elkaar te lijmen. Kijkend naar de onderdelen en wat nodig is, leek mij dat ook de betere volgorde, want dan kun je tenminste overal bij aan dat loopwerk. Ik ben dus verdergegaan met de wielen, die lekker groot zijn:

En je hebt er ook maar 32 van nodig, 16 van dit type en 16 van een ander … Maar daarmee zijn we er nog niet, want je mag ook de vering aan de romp lijmen:

Vier halve bladveren aan elke kant, met een geëtste beschermbeugel eroverheen en een klein resin dopje aan boven- en onderkant van elk van die stukjes etswerk. Bedenk hierbij dat dit stuk romp ongeveer dezelfde lengte heeft als een Willys Jeep. Ik heb de romp met wat plastic op de juiste hoogte op een glasplaat gelegd, Blu-Tack aan de andere kant om hem op z’n plek te houden en dan één voor één de veren eringelijmd. Na droging de andere kant, zodat alle acht netjes uitgelijnd zijn met behulp van de glasplaat.
De gietkwaliteit valt me wel een beetje tegen, moet ik zeggen. Veel overtollig resin:

Dat is nog te doen, maar ook fragiele delen die niet volledig gegoten zijn, zoals één van de helften van de spanwielen:

Ik heb dat opgelost door het op dunne plastic plaat te lijmen en na droging de gaten uit te boren en -snijden, waarna het wiel toch bruikbaar was.
Daarna heb ik de wielstellen gebouwd, die bestaan elk uit één middenstuk waar vier asjes aangegoten zijn, en op elk asje moeten twee wieltjes. Daarna moet er aan elk van de bladveren één zo’n wielstel gezet worden, en een soort spoorstang erboven zodat het hele spul verticaal blijft staan — de bladveer doet ook dienst als onderste veerarm. Of in het echt:

Dit is de Weasel die in het Bevrijdingsmuseum in Nieuwdorp staat. Ik wist niet dat ze er daar eentje hebben, maar was er net toen ik met de wielophanging van het model aan het worstelen was, en was dus blij verrast om hem te zien. Net toen ik op zoek wilde gaan naar iemand om aan te vragen of ik de zijschermen omhoog mocht doen om de wielen te fotograferen kwam toevallig museumvoorzitter Kees Traas langslopen, die me gelijk meenam naar de werkplaats om gereedschap te pakken om de splitpennen en dergelijke eruit te tikken
Om de wielstellen uitgelijnd te krijgen heb ik wederom de romp op de glasplaat gezet, maar nu met Blu-Tack er gelijk onder in plaats van plastic. Daarna één voor één de wielstellen zonder lijm onder de bladveren geschoven, uitgelijnd met een liniaal en een stuk boetseergereedschap met een vierkante schacht, en dan lijm aangebracht:

Op dit punt zat ik me heel erg af te vragen hoe sterk dit allemaal ging zijn. De stangetjes die erboven moeten komen lijken me heel erg zwak, en hopelijk wordt het spul dus vooral bij elkaar gehouden door de rupsband die er later omheen komt. Nog eens goed kijkend naar m’n foto’s van het museumvoertuig, realiseerde ik me echter dat voor een M29C dit allemaal totaal niet van belang is want het zit helemaal uit het zicht, dus ik heb gewoon plastic verstevigingen gebouwd:

Dat gaat alleen als je een M29C bouwt, geen standaard M29 (zonder de extra drijflichamen) want die laatste had de schermen over de wielen niet.